Na de pensionering als politieagent, vond kerkrentmeester dhr. Panman eindelijk tijd om onderzoek te doen naar het gerucht dat er onder de kerk een grafkelder zou liggen met een prehistorische oorsprong. Bij de Groninger archieven vond hij de aantekeningen van professor van Giffen die de grafkelder tijdens een restauratie in 1942 gemaakt had.
Op basis van deze aantekening is een plan opgesteld, en is er toestemming gekregen van de rijksdienst om de grafkelder op te sporen en toegankelijk te maken. Om dit te realiseren is de kerkvloer opengelegd, en hebben we onder toezicht van een archeoloog de kelder aan de toegangszijde ontgraven. De trap naar de kelder was uitgevoerd in zwerfkeien. Deze zwerfkeien waren de link naar de prehistorie. Uit onderzoek van de archeoloog bleek dat de zwerfkeien eerder als funderingsstenen onder de gesloopte muur van de koorsluiting hadden gelegen.
Na de ontgraving, en herstel van de het keldergewelf, hebben we een voorportaal gemetseld met “Rooswinkels”, is de kerkvloer teruggebracht met de oude estrikken en hebben we een zeer solide vloerluik gecreëerd.
Op het vloerluik is het familie wapen van de Alberda’s geschilderd. De familie die de grafkelder in de 17e eeuw heeft laten aanleggen.